Het afmeten is eigenlijk de grootste klus. Verder is behangen eigenlijk een fluitje van een cent; er is bijna geen makkelijker klus te bedenken. 

Welk behang kies je? Als je op een zolder (met meestal ook nog balken en spanten) een patroonbehang kiest dan maak je het jezelf erg moeilijk… Je zult dan ook veel onnodig restafval hebben als je banen wilt laten aansluiten, wat de kosten voor aanschaf onnodig opdrijft. Wil je dat toch echt heel graag, dan moet je dit helaas voor lief nemen, evenals het vele pas- en meetwerk. Er zijn overigens hele fraaie uni’s waar toch een levendige melering in zit.

Werk bovendien met vliesbehang (dat is het kwalitatief beste behang tegenwoordig). Dit omdat je dan alleen de wand hoeft in te smeren. Dat werkt makkelijker dan wanneer je natte stroken vol behanglijm schuin moet ophouden terwijl je past en meet. 

Stap één is het schoonmaken van de wanden, net als je bij elke andere klus zou doen. Voor de lijm om goed te kunnen hechten moeten de muren schoon- en vetvrij zijn. Nb. Zijn de wanden nog van nieuw plaatmateriaal, dan hoef je dit niet te doen, maar dan is de volgende stap des te belangrijker.

Je doet er goed aan om de wanden voor te strijken met (verdunde) behanglijm. Dat mag gewoon opdrogen, eventueel kan je dat dus ook een dag van tevoren doen. Op die manier pakt de lijm beter als je gaat behangen doordat de muur al verzadigd is.

Het passenen meten: je meet vanuit de punt (nok) en begint van boven naar beneden. Vervolgens meet je de maximale breedte van de onderkant, en tekent dit af op de achterzijde van het behang. Dit knip je af, maar let op; je houdt ca. 3 centimeter over aan beide schuine zijden! Is het vlak breder dan je baan, dan begin je in het midden. 

Nu heb je dat extra paar handen nodig, want (nadat je voor de tweede keer de muur hebt ingesmeerd) houdt de één de punt omhoog, en zet deze aan de bovenkant vast, terwijl de ander de onderkant begeleidt, zónder deze meteen vast te plakken. Vervolgens strijk je van boven naar beneden, met zijwaartse ‘waaier’ bewegingen, het stuk vast. Hetzelfde doe je met de stukken die je links en rechts over hebt. 

Let daarbij op dat je het behang stotend aanbrengt. Dat wil zeggen dat het precies tegen elkaar aan ligt. Laat niemand je ooit vertellen dat je overlappend moet behangen. Dat is zoiets als ‘lange draden luie werksters’, je blijft het voor altijd zien en het is niet fraai. (Bij een patroon kan dat überhaupt nooit.)